radioplaatje

Nederlands Forum over Oude Radio's

Onafhankelijk medium voor liefhebbers en verzamelaars van oude radio's en gerelateerde zaken.

radioplaatje
menuknop Forum  menuknop Gebruiksaanwijzing menuknop Artikelen  menuknop Forumbeheer 
menuknop Links  menuknop Archief 1999-2007  menuknop Donateurs  menuknop Tips & Trucs 

Inhoud Artikelen

Artikelen


Middengolfzendertje met een ECC85

door Pieter Vos


Inleiding: Vanwege het gebrek aan belangstelling van publieke en commerciële omroepen verdwijnen steeds meer zenders van de AM golfbereiken. Derhalve wordt het voor liefhebbers van de historische radio noodzaak een eigen AM zendertje te bezitten. Immers de bekoring van de hobby ligt niet alleen in de fraaie decoratieve kast en het zachte licht van het afstemoog c.q. de kathodes van de buizen. Ook het volledig in bedrijf stellen van de oorspronkelijke functionaliteit van het oude toestel is ons doel.

Zenders en ontvangers zijn onlosmakelijk van elkaar afhankelijk. Een radio zonder zenders is als een auto zonder wegen. Bovendien dienen die wegen te leiden naar interessante bestemmingen: een luisteraar wil alleen die zenders horen die voor haar of hem iets nuttigs of amusants bieden. Dat is vrijwel altijd iets anders dan commerciële, politieke of godsdienstige propaganda. Het bezit van een eigen zendertje is dan niet alleen aardig om bijvoorbeeld een favoriet programma van een FM of satelliet station naar AM over te zetten maar ook om uit eigen bronnen (plaat, cassetteband, CD, MP3) de antieke radio te laten spelen.

Op dit forum heeft Otto Tuil zich al verdienstelijk heeft gemaakt met het ontwerpen van middengolf microzenders waaronder één met een PLL gecontroleerde draaggolf oscillator. Onafhankelijk hiervan heb ik op de ouderwetse manier met kleine middengolf zendertjes geëxperimenteerd. Het is al lang geleden dat ik beroepshalve met elektronica actief was en derhalve heb ik niet echt inzicht in de modernste technieken.

In dit artikel wil ik een van mijn MG zendertjes beschrijven, gebouwd met een ECC85. Tevens zal ik ingaan op enige algemene kennis van eenvoudige zenders zodat de lezer ook verantwoorde eigen variaties daarop kan aanbrengen. In blokschema heeft het zendertje twee delen: de draaggolf-oscillator en de modulator. Deze zal ik achtereenvolgens bespreken. Detail schema's en foto's staan aan het einde van dit artikel.

De draaggolf-oscillator: Omdat ik oorspronkelijk een ECH81 wilde gebruiken heb ik voor de oscillator het schema gebruikt dat algemeen voorkomt in radio's met een triode/heptode mengbuis. De afgestemde kring is via een condensator aan de anode van de triode verbonden. Het rooster van de triode is met een kleine condensator en een roosterlekweerstand aan de koppelspoel verbonden. De in superhet radio's gebruikelijke padding condensator is hier niet nodig.

De oscillatorspoel heb ik zelf gewikkeld op een 8 mm spoelvorm met een instelbaar kerntje. De afstemspoel heeft 127 windingen, de koppelspoel 80 windingen. Voor mij is een spoel wikkelen niet zo moeilijk. Dertig jaar geleden heb ik een complete buizenradio gebouwd met extra bereiken zoals de visserijband. Behalve de middenfrequent filters en de MG/LG oscillatorspoelen heb ik hiervoor alle spoelen zelf gewikkeld.

Maar spoelen wikkelen kan lastig zijn. Handiger is het natuurlijk om een (middengolf) oscillator spoel uit een sloopradio te gebruiken. Op verschillende manieren kan deze (samen met de afstemcondensator) op het juiste frequentiebereik (520-1640kHz) gebracht worden. De eerste maatregel is het kortsluiten van de padding condensator. Hiermee zal het frequentiebereik direct omlaag gaan. Soms heeft men het geluk dat het bereik met deze ene maatregel al precies overeenkomt met de middengolf. Voor dit werk is geen speciale frequentiemeter nodig. Zet gewoon een MG radio in de buurt van de oscillator en gebruik die als frequentiemeter. Een zelfinductiemeter is ook niet nodig. De precieze waarde van de zelfinductie is onbelangrijk zolang de kring maar op het gewenste frequentiebereik afstembaar is. Destijds heb ik ook mijn radio gebouwd zonder meetapparatuur anders dan een al bestaande radio en een universeelmeter.

Aanpassen sloopspoel: Aanvullende maatregelen om een afstemkring met sloopspoel in het juiste bereik te krijgen zijn: 1) als het een luchtspoel is, breng er een ferrietkern in. De zelfinductie gaat omhoog en dus de frequentie gaat omlaag. 2) leg met dun gelakt- of litzedraad een aantal extra windingen aan op de afstemwikkeling, de zelfinductie gaat wederom omhoog. 3) vervang de padding condensator door een spoeltje en ook dan zal de kring-zelfinductie omhoog gaan. Zowel met het bijwikkelen als met het extra spoeltje moet men niet te ver gaan omdat de magnetische wisselwerking met de koppelspoel erdoor vermindert.

Alternatieve draaggolf-oscillator schakelingen:Eigenlijk is het type oscillator helemaal niet kritisch. Anders dan bij de ECH81 heeft in de ECC85 elke triode zijn eigen kathode. Dit biedt de mogelijkheid een oscillator te maken met de triode als kathodevolger geschakeld. De spoel wordt eenvoudig, ze heeft slechts één wikkeling met een aftak op ongeveer 25% van het windingtal. De AMROH 402 spoel kan hiervoor prima gebruikt worden. Van de 402 ligt lip 3 aan aarde en lip 4 aan de stator van de afstem condensator. Het rooster wordt met een 33 tot 47 picofarad condensator en een 100 kiloOhm lekweerstand aan de top (lip 4 van de 402) van de kring gelegd. De kathode wordt via een weerstand tussen 500 tot 2200 ohm aan de onderste aftak (lip 1) van de 402 spoel verbonden. De weerstand in de kathodeleiding is erg belangrijk, ze vermindert de harmonische vervorming van het oscillatorsignaal aanzienlijk. De anode ligt met ca. 5 kiloOhm aan de voedingsspanning en wordt met minstens 10 nanofarad naar aarde ontkoppeld. Op deze manier krijgt men de in de literatuur bekende Hartley- schakeling. Het oscillatorsignaal kan afgenomen worden van de 402 spoel van aftak 1 of van de koppelwikkeling.

Een tweede alternatieve oscillatorschakeling is die welke vaak in roosterdippers wordt gebruikt. Het voordeel ervan is dat er helemaal geen aftakking op de spoel meer nodig is. Dit vergemakkelijkt het uitwisselen van spoelen. Nadeel is dat men er een dubbele afstemcondensator voor nodig heeft. Voor de hele zender betekent dat een drievoudige afstemcondensator nodig is. Bij deze "Colpitts" oscillator zit de aftakking in feite in de afstemcondensator. Zoals gebruikelijk zijn de rotors van de afstemcondensator verbonden met de massa. De twee stators worden onderling verbonden door de spoel. Deze spoel moet de dubbele zelfinductie hebben dan in een kring met een enkele afstemcondensator. De reden is dat in dit type oscillator de twee afstemcondensators vanuit de kring gezien in serie staan en de totale capaciteit derhalve halveert.

In de Colpitts schakeling wordt de triode als volgt geschakeld. De kathode ligt aan massa. Het rooster hangt met een lekweerstand van 47 tot 100 kiloOhm aan massa en via 33 tot 50 picofarad aan het ene einde van de spoel. De anode is met 22 tot 33 kiloOhm met de voedingsspanning verbonden en met 47 picofarad aan het andere einde van de spoel. De schakeling werkt beslist, ik heb hem in mijn eigen roosterdipper toegepast.

De modulator: Nadat we eenmaal in bezit zijn van een goed werkende oscillator met het juiste frequentiebereik kunnen we de modulator gaan bouwen. Aanvankelijk wilde ik hiervoor de heptode van een ECH81 gebruiken. Een heptode is in feite een buis waarin twee signalen met elkaar worden vermenigvuldigd. In een superhet wenst men het antennesignaal en het hulposcillator met elkaar te vermenigvuldigen. Volgens de wiskunde levert het product van twee trillingen de som op van een trilling met de somfrequentie en een trilling met de verschilfrequentie. ( De exacte formule luidt: 2 keer cosinus (2piF1) keer cosinus (2piF2)= cosinus (2piF1+2piF2) + cosinus (2piF1-2piF2). F1 en F2 zijn de frequenties van de te mengen signalen. De hulposcillator is zoals bekend zo ingesteld dat het signaal met de verschilfrequentie steeds gelijk is aan de middenfrequentie.

Amplitude modulatie is in essentie ook een proces van vermenigvuldigen. Het gemoduleerde signaal is het product van een (constant) oscillator signaal en het variabele audio signaal. Wiskundig is de formule voor een AM signaal: cosinus(2piFd) keer (1+ m keer A). Hierin is Fd de frequentie van de draaggolf, m de modulatiefactor en A de sterkte van het audiosignaal. Let op dat het hier gaat om de momentele sterkte van de audio, deze is een wisselspanning en dus zowel positief als negatief. Als er geen audio is dan is A=0 en dan wordt alleen de draaggolf nog opgewekt. Het product van modulatiefactor en audiosignaal moet altijd tussen -1 en +1 liggen, anders ontstaat er overmodulatie en daarmee zware vervorming die goed te zien is op een oscilloscoop.

Terug naar het zendertje: Van de ECH81 had ik - zoals in superhet radio's gebruikelijk - het tweede stuurrooster direct verbonden met het rooster van de triode. Aan het eerste stuurrooster van de heptode werd het audiofrequent signaal toegevoerd. De schakeling werd een grote teleurstelling. Vanaf slechts 30% modulatiediepte ontstond een sterke vervorming die ook op de oscilloscoop goed zichtbaar was. Wat er precies is misgegaan weet ik niet. Ik denk dat in ontvangers de heptode als mengbuis goed bruikbaar is omdat het antennesignaal bijna altijd veel zwakker is dan het oscillatorsignaal. Het oscillator signaal wordt door het antennesignaal maar zwak gemoduleerd en dan gaat de signaal vermenigvuldiging nog precies volgens de wiskundige formule.

Plaatmodulatie: Met het mislukken van de heptode als modulator heb ik besloten naar de klassieke plaat (=anode) modulatie terug te grijpen. De kern van de anodemodulatie is dat men de stroom door de buis stuurt met de spanning tussen de anode en kathode. Opdat de vervorming minimaal is moet dit zo lineair mogelijk gebeuren. Dat wil zeggen de modulatiebuis dient zich over het volle bereik van de modulatiespanning zoveel mogelijk als een lineaire weerstand te gedragen. Alleen de triode voldoet hier het beste aan. Bij een triode lijkt de anodestroom versus anode-kathode spanningskarakteristiek (bij vaste rooster-kathodespanning) nog het meest op een rechte lijn. Met een pentode als modulatiebuis gaat het mis, een pentode heeft immers de bekende bocht in de uitgangskromme. In (piraten) zenders worden toch vaak pentodes en bundeltetrodes toegepast en dat gaat goed omdat het schermrooster wordt meegemoduleerd.

Inwendige buisweerstand: Of een triode het als modulatiebuis goed zal doen hangt ook af van diens inwendige weerstand. Een halve ECC83 is ongeschikt, de ECC83 heeft een te hoge inwendige weerstand. Bij 150 volt voedingsspanning en ca. 10 milliampère rust-anodestroom blijkt een triode met een inwendige weerstand van rond 10 kiloOhm het goed te doen. De ECC85 is zo een buis en deze buis is ook nog eens goed verkrijgbaar. Ook de ECC81 en de ECC82 zijn vanwege hun inwendige weerstand geschikt.

De praktische schakeling van de modulatie triode is als volgt. De kathodeweerstand (uiteraard overbrugd met een ontkoppelcondensator) bepaalt de ruststroom van de buis. Voorzien van een roosterweerstand is het rooster via een kleine condensator op de draaggolf-oscillator aangesloten. De anode krijgt naast de voedingsgelijkspanning ook de modulatie toegevoerd. Dit gebeurt door de anodestroom vanaf de voedingsspanning eerst door een audio transformator te laten stromen. De voedingsgelijkspanning en de modulatie wisselspanning worden dus bij elkaar opgeteld. De audiotransformator is van hetzelfde soort als in de audioversteker met een enkele eindbuis, alleen omgekeerd gebruikt. De luidsprekerwikkeling is nu de primaire en de anodewikkeling secundaire. Elke audiotransformator met een overzetverhouding van 5-7 Ohm naar 7 tot 10 kiloOhm is toepasbaar. Ik heb voor mijn zendertje een audiotrafo uit de sloop gebruikt.

Modulatieversterker: De modulatie kan in beginsel uit elke willekeurige audioversterker met een laagohmige (luidspreker)uitgang komen. Zelf gebruik ik een versterker met een EBL21 als eindbuis. Deze versterker levert via een ander contact tevens de gloeistroom en de voedingsspanning van het zendertje. Als voedingsspanning gebruik ik 150 volt, dat is beslist voldoende, het gaat er immers niet om een groot zendvermogen op te wekken. Bovendien kan bij een matige voedingsspanning de modulatiespanning ook geringer zijn. Zo hoeft de audioversterker minder ver open te staan. Toch vraagt de zender bij volle modulatie één a twee watt audiovermogen. Als ik een luidspreker op de audioversterker heb aangesloten en dan de zender inschakel, hoor ik dat het geluid zwakker wordt door de extra audio belasting.

Men kan opmerken dat het wellicht handig is een audiotransformator uit te sparen door de anodestromen van de modulatiebuis en de audio eindbuis door dezelfde transformator te voeren. Die audiotransformator werkt dan als smoorspoel. In de eerste plaats moet men oppassen dat de totale stroom door de transformatorwikkeling niet te groot wordt. Net zo belangrijk is dat men op deze manier geen 100% modulatie meer kan bereiken. Ook bij maximale uitsturing van de audio eindbuis zal er op diens anode nog ca. 50 volt overblijven welke ook naar de modulatiebuis wordt toegevoerd. Dus wil men meer rechtstreeks de modulatie wisselspanning van een audio buisversterker naar de modulatiebuis voeren dan zal er altijd een vorm van omhoogtransformatie moeten worden toegepast. Een ander oplossing zou kunnen zijn dat men de massa van de zenderschakeling omstreeks 70 volt hoger maakt dan de massa van de audioversterker. Dit heb ik niet uitgetest, de toepassing van een audiotransformator in het zendertje zelf is het meest flexibel, zowel naar de audioversterker als inzake de zender voeding.

Uitvoer van het zendsignaal: Als de modulatie triode de juiste draaggolf-, audio- en voedingsspanning toegevoerd krijgt zal er aan de anode een hoeveelheid gemoduleerd hoogfrequentvermogen ontstaan. Dit wordt door middel van een HF koppelspoel overgebracht naar de zendantenne afstemkring. De HF koppelspoel is tussen de anode en de secundaire winding van de audiotransformator geschakeld. De secundaire winding van de audio transformator wordt tevens overbrugd door een condensator. De waarde hiervan is kritisch. Enerzijds moet deze condensator voldoende lage impedantie hebben om de HF koppelspoel aan diens "koude" zijde met de massa te verbinden (voor HF is de voedingsspanning ook massa), anderzijds mag de condensator geen ernstige kortsluiting zijn voor de audio modulatie. Vanwege de hoogte van de modulatiespanning is een condensator met minstens 500 volt werkspanning vereist.

De zendantenne-trillingskring wordt met de tweede sectie van de variabele condensator afgestemd (de eerste sectie stemt de kring van de draaggolf oscillator af). Een belangrijke taak van deze kring is het wegfilteren van zowel de hogere harmonischen van de draaggolf-oscillator als van ongewenste mengproducten die bij de modulatie kunnen ontstaan. Uiteraard moet de antennekring zo goed mogelijk op de oscillatorkring worden afgeregeld. Hiertoe stelt men op ca. 1500 kHz de trimcondensator in en op ca 600 kHz de kern in de spoel. In mijn zendertje heb ik de antennespoel zelf gewikkeld met 0,3 mm transformatordraad. Op een kartonnen kokertje (waarin precies een 1 cm dik ferrietstaafje kan schuiven) is het totale windingtal 48 met een aftak (naar de antenne) op 16 windingen. De koppelspoel (25 windingen op een kartonnen kokertje met 16 mm binnendiameter) is over de afstemwikkeling geschoven. In plaats van een zelfgewikkelde antennespoel zal mogelijk de 402 spoel hier ook geschikt zijn. Deze bevat naast de afstemkring ook een galvanisch gescheiden koppelspoel.
Belangrijk: Bij het openen van een originele 402 spoel heb ik gezien dat de bestaande koppelspoel direct tussen de afstemspoel gewikkeld is. Dit betekent dat de isolatie tussen beide spoelen zwak is. Daarom verdient het aanbeveling een kartonnen kokertje over de bestaande spoelen te maken en daarover heen nog een tweede koppelspoel te wikkelen. Ik schat dat de afstemspoel van de 402 ca. 100 windingen heeft. Derhalve zal de nieuw te wikkelen koppelspoel ca. 50 windingen moeten hebben. Dun gelakt transformator draad (0,1 mm) zal er goed genoeg voor zijn.

Demping: Het is belangrijk dat de antennekring van het zendertje altijd gedempt wordt, hetzij door de aangesloten antenne, hetzij door een weerstand. Is de kring niet gedempt dan zal ze lang naslingeren bij een plotselinge verandering van de modulatiespanning. In regeltechnische termen gezegd: de staprespons leidt tot de eigentrilling van een resonantiekring. Met name de hoge frequenties van de audio modulatie zullen erdoor vervormd raken. De staprespons is zichtbaar te maken op een oscilloscoop door het zendertje te moduleren met een audio blokgolf.

Meetresultaten: Omdat ik slechts de beschikking heb over een multimeter, een 50 jaar oude Philips oscilloscoop, een zelfgebouwde toongenerator en een frequentie meter (ook zelfbouw), kan ik geen geavanceerde meetresultaten van mijn zendertje bieden. Zichtbaar op de oscilloscoop (en ook hoorbaar op een AM radio) is het zendertje in staat om tot 100% gemoduleerde signalen met een behoorlijke zuiverheid te produceren. En dat voor zulk een eenvoudige schakeling! Nou ja, in verreweg de meeste AM ontvangers is de demodulatie ook heel simpel uitgevoerd: een diode, een weerstand en een condensator.

Het zendbereik heb ik getest met een ca. vijf meter lange antenne draad op mijn vliering. Het kleine chassis van de zender is geaard. Met een gevoelige transistorradio in de hand had ik op ca. 100 m nog duidelijke ontvangst welke op ca. 300 meter geheel in de ruis wegzakte. Ik woon in een buitenwijk met diverse open plekken. Als ik een optimale antenne en antenneafstemming had gebruikt zou het bereik zeker nog groter zijn. Al met al is het zendertje vrij sterk, eigenlijk te sterk voor de aansturing van de verzameling antieke radio's. Derhalve gebruik ik het zendertje altijd zonder antenne, hoogstens met een 50 cm sprietje en met de dempingsweerstand. Op die manier blijft het zendbereik beperkt tot de eigen woning en de direct aangelegen buren. Maar die luisteren toch geen AM. Trouwens, van hun ontvang ik heel wat breedbandige storing zoals van lichtdimmers, de televisie en computers.

Schema en foto's: Tenslotte wil ik hierbij het complete schema van mijn zendertje voegen, de schema-tjes van een Hartley- en een Colpitts oscillator en twee foto's. Eén foto is een close up van het zendertje, de andere foto is van de test opstelling met het zendertje in bedrijf. Daarop zijn links de oscilloscoop en de toongenerator te zien, rechts staat de audioversterker en in het midden is het zendertje. Veel plezier met het nabouwen en experimenteren!

Pieter Vos, September 2007

Update 12 mei 2008


schema's

schema's

schema's

schema's

schema's


De bouw van het Middengolfzendertje met een ECC85

door Marc van de Voorde


Geïnspireerd door het middengolf zendertje van Pieter Vos met één ECC 85 buis welke gans de middengolf bereikt (520 – 1640 kHz). En mede door het feit dat de middengolf qua zenderkeuze stilaan aan het uitdoven is, was ik al een lange tijd van plan om eveneens zo een zendertje te bouwen. Daar ik opgegroeid ben met de buizenradio’s en dit al gans mijn leven mijn hobby is diende het eveneens een zendertje te zijn met uitsluitend onderdelen uit het buizen tijdperk.

In de eerste plaats ging ik op zoek in mijn reserveonderdelen, voor het chassis en de voeding was de keuze vlug gemaakt. Ik beschikte nog over een klein afzonderlijk voedingschassis van een grote buizenradio uit de zestiger jaren. De overbodige onderdelen werden verwijderd en ik hield enkel het chassis en de voedingstransformator met afvlakelco’s over. Een gepaste smoorspoel om het LC filter op te bouwen en een degelijke CV van twee maal 500 pF waren vlug gevonden. Verder vond ik nog een degelijk vertragingsmechanisme 1:3 met bijpassende draaiknop, dit om de CV bediening te vergemakkelijken.
Een nieuwe porseleinen Noval buisvoet met een degelijke ECC 85 was eveneens geen probleem. Evenals een audio transformator 7 à 10 kΩ primair en 5 à 7 Ω secundair was vlug gevonden.
Bleef over de gepaste spoelen…. Al jaren beschik ik over twee authentieke Mµ-core spoelen 402 N van AMROH, deze zouden ooit wel eens van pas komen. Na contact nemen met Pieter in verband met het gebruik van deze spoelen in het zendertje en de bevestiging van Pieter dat dit perfect mogelijk is, was de keuze vlug gemaakt en de twee spoelen kregen hun nieuwe bestemming.

In eerste instantie paste ik met de richtlijnen van Pieter het oorspronkelijke schema aan met de twee mµ-core spoelen + voedingsgedeelte en daarna kon ik aan de slag.

schema's
Aangepast schema met voeding

Het chassis voorzag ik langs één kant van een pertinax voorfront, L 250 mm, H 150 mm, Dikte 7 mm. Hierop bevestigde ik alle bedieningsorganen en de noodzakelijke in / uitgangen.

Van het zendergedeelte; de twee 402 N spoelen samen met de ECC 85 en de CV plaatste ik zo kort mogelijk bij elkaar en zo ver mogelijk van het voedingsgedeelte. Dit om reden van de HF bedrading zo kort mogelijk uit te voeren en de storende 50 Hz er uit te houden.

Vooraleer beide mµ-core spoelen te monteren diende ik deze welk in de modulator kring is opgenomen op aanraden van Pieter een nieuwe koppelwikkeling aan te brengen, daar de isolatie tussen beide oorspronkelijke wikkelingen te zwak is. Ik bracht dus bovenop de spoel een goed geïsoleerde nieuwe wikkeling aan:

schema's

Nieuwe koppelwikkeling, 50 windingen 0,1 mm emaildraad op de AMROH 402 N

Vervolgens werd alles terug netjes dicht gemaakt en konden beide spoelen op het chassis. Nu kon ik overgaan tot de bedrading van het geheel, en alle noodzakelijke weerstanden en condensatoren plaatsen. Neemt wel de nodige tijd in beslag als je alles netjes wilt uitvoeren, maar ja dat is nu eenmaal het leuke aan onze hobby!

Na vele uren knutselwerk was het zendertje opgebouwd en het resultaat mocht gezien zijn. Hierbij enkele foto’s van het zendertje met wat toelichting.

schema's
Vooraanzicht zendertje 520 kHz tot 1620 kHz afstembereik.

schema's
Zijaanzicht: links vooraan, draaggolf oscillatorspoel, rechts zendantenne met koppelspoel daar tussenin de ECC85. Links daarachter CV draaggolf oscillator, rechts CV antenne afstemkring.

schema's
Zijaanzicht rechts, voedingstransformator met spanningsdeler voor 150 V- DC. plaatspanning.

schema's
Bovenaanzicht; tussen transformator en CV: Links smoorspoel, dubbele elco 2x100µF,en modulatortransformator.

schema's
Onderaanzicht bedrading.

schema's
Onderaanzicht bedrading HF. Alles is zo kort mogelijk bedraad. Links boven 2 x 10 nF ontstoring netfrequentie + 2 x BY127 voor DC plaatspanning.

schema's
Draaggolf 512 kHz.

schema's
Draaggolf 1616 kHz.

schema's
75 % modulatie, 1000 Hz, met draaggolf van 1043 kHz.


Nabeschouwing


Toestel werkt binnenshuis zeer goed, dit met een antennedraadje van 1 m lengte en met aangesloten aarding. Zonder aarding is de prestatie duidelijk minder. Gans het huis door is op deze wijze goede ontvangst te verkrijgen. In een straal van 25 m. rondom het huis is het signaal nog hoorbaar, maar veel zwakker. Dit heb ik getest vanuit mijn VolksWagen Kever waarin nog een ouderwetse radio-ontvanger met enkel AM insteekt. Deze Philips autoradio met triller heeft wel een goede auto antenne van 1m lengte. Met een draagbare radio aangeslopen op het lichtnet via een lange verlengkabel had ik op 35 m buitenshuis nog perfecte ontvangst, dit wijst er op dat het radiosignaal via het net doorgegeven wordt.

Marc Van De Voorde, januari 2009