opname kabeltje maken . (Algemeen)

door soundman2 , Wouw, 06.02.2020, 13:28 (1534 dagen geleden) @ Ben Schoon
Bewerkt door soundman2, 06.02.2020, 13:45

Het hangt er vanaf waar je de kabel op aansluit.
Gebruik je een pickup ingang als op de TK5/l, dan heb je 100mV nodig en geen spanningsdeling. De weerstandjes worden dan iets van 1 tot 10K Ohm en er is geen verzwakking.
Gebruik je de microfooningang en de latere RADIO aansluiting op nieuwere recorders, dan heeft de ingang een gevoeligheid voor microfoon en dus een paar millivolt. In dat geval heb je een spanningsdeler nodig. Twee weerstandjes (stereo) van 1M Ohm met daarachter een weerstandje van 100K Ohm zorgen voor een deling van een factor 10, waardoor de ingang niet overstuurd wordt.

Met de komst van o.m. Japanse recorders is de grote verwarring gekomen. Zowel in als out werkten op lijnsignaal, zodat veel recorderaansluitingen op gewone radio's niet goed werkten.
Bij de radioaansluiting hoort een beetje historie. Eigenlijk heet dat diode aansluiting.
Het radiosignaal werd afgetakt voor de volumeregelaar, dat had als voordeel dat de opnamesterkte onafhankelijk was van de stand van de volumeregelaar op de radio.
Het signaal kwam dus rechtstreeks af van de diodedetektor in de radio. Die is erg hoogohmig en laat een belasting nauwelijks toe en ook een paar meter afgeschermde kabel daaraan doet niet veel goeds aan de toch al weinig hoge tonen van AM.
In de radio werd een spanningsdeler ingebouwd. De diodedetektor werd nu alleen nog belast door een weerstand van 1M Ohm. In serie met die weerstand stond nog een weerstandje van ca 100K Ohm naar aarde. Zo was het signaal groot genoeg om in een microfoonaansluiting te passen. Ook de uitgangsimpedantie was een stuk lager door de 100K Ohm weerstand. Dat maakte het mogelijk om een normaal afgeschermd snoertje van een à twee meter toe te passen.
Om de recorderaansluiting compleet te maken, werd het weergave signaal van de bandrecorder op lijn niveau naar de pick-up ingang van de radio geleid, via dezelfde dinplug. Zo kon je zonder wat om te steken opnemen en weergeven.
Een diodekabel is simpel. Een snoer met twee afzonderlijk afgeschermde aders en twee dinpluggen, een op een bedraad.

Radioaansluiting op een recorder
Pen 1 microfoon aansluiting
Pen 2 aarde
pen 3 audio vanuit de recorder op lijnniveau. Bij latere recorders accepteerde deze aansluiting tijdens opname signalen op lijn niveau.
Later is de Din 5-polig geworden in verband met de komst van stereoapparatuur. Opname gebeurde via pennen 1 en 4, weergave via 3 en 5. Ook het snoertje had dan vier afgeschermde aders.

Hoewel de DIN aansluiting perfect werkte is deze door weinig mensen begrepen, zelfs Philips was er erg laat mee. Die hadden ook nog eens de door hen alleen gebruikte IEC steker. Een moeilijk achteraf in te bouwen ding, omdat het gat niet met een simpele boor de maken was.
Voor de puriteinen was er ook een "groot" nadeel. De deling van een groot naar een kleiner signaal maakte de signaal/ruisverhouding kleiner. Iets waarvan de massa geen last had. Die nam de liedjes op van een AM radio en als het kon ook nog op de laagste snelheid van 4,75 cm per seconde. Zo had je gedurende een paar uren je favoriete muziek, zonder dat je de band hoefde om te draaien.