|
Nederlands Forum over Oude Radio´s |
Re: Nefora I: wat gaan we meten?
Geschreven door John Hupse op 03. Dec 2003 12:41:16:
In reactie op: Re: Nefora I: wat gaan we meten? geschreven door Otto Tuil op 02. Dec 2003 19:43:58:
Voordat je de technische zaken zoals het meetbereik kunt specificeren, moet je het m.i. eerst eens worden over het toepassingsgebied van de buizentester. Denk aan:
A. verzamelaars van naoorlogse radio's
B. verzamelaars van jaren '30 toestellen
C. verzamelaars van jaren '20 toestellen
D. audio fanaten die zelf versterkers bouwenVoor de categorie D zijn 30-er jaren buizen zoals de 2A3, 45, AD1 en 4683 niet zo exotisch, maar deze categorie is uiteraard weer minder geinteresseerd in het doormeten van een ECH81 mengbuisje.
Voor mijzelf zou ik toch ook wel graag een 18 Watt eindbuis (b.v. een EL6) en de bijbehorende gelijkrichters willen kunnen doormeten, dit betekent m.i. een anodespanning tot 400 Volt, anodestroom tot 150 mA, schermroosterstroom tot 25 mA en gloeistroom tot 3A bij de lagere gloeispanningen. Omdat de voeding voor de roosterspanning waarschijnlijk niet de meest kostbare is, zou ik hier willen gaan voor een bereik tot -100 Volt of daaromtrent.Een goed punt is de nauwkeurigheid van de metingen. Verzamelaars in de categorie A,B en C nemen waarschijnlijk genoegen met 5 of 10%, maar bouwers uit de categorie D willen dingen doen zoals het matchen van buizen. Dat vereist een hogere nauwkeurigheid, en maakt het ontwerp en de bouw van de Nefora complexer. Voor mijzelf zou een overall meetnauwkeurigheid van 5 tot 10% volstaan.
Techniek van de buizentester: een relatief complex/kostbaar onderdeel is de op afstand bedienbare matrix schakelaar voor de kontakten van de buisvoeten. Het lijkt mij niet verkeerd om, als deze matrix schakelaar er toch al in zit, hiervan zo veel mogelijk gebruik te maken. Gebruik dus een minimaal aantal voedingen (4 stuks, Uf, Ua, Us en Ug) en schakel deze voedingen gewoon om als dat voor een meting handig is. De specs per voeding kunnen dan zijn:
Uf: omschakelaar als spanningsbron of stroombron, als spanningsbron 1,3/2,5/4/5/6,3 en 12,6 Volt, als stroombron 50/100/150/200 en 300 mA, geleverd vermogen max. 20 Watt, spanning max 100 Volt. Als spanningsbron wordt de stroom gemeten (0...3 A), als stroombron wordt de spanning gemeten (0...100 Volt)
Ua: spanningsbron, continue instelbaar tussen 0 en 400 Volt, de geleverde stroom (0...150 mA)is uitleesbaar, geleverd vermogen max. 20 Watt
Us: spanningsbron, is gelijk aan Ua, geleverd vermogen max. 5 Watt
Ug: spanningsbron, continue instelbaar tussen 0 en 100 Volt, de geleverde stroom (0...5 mA) is uitleesbaar, geleverd vermogen max. 5 WattMet deze 4 DC voedingen liggen de mogelijkheden en onmogelijkheden van de tester vast.
Voorbeeld: bij het doormeten van een detectiediode wordt Uf gebruikt om de gloeidraad te voeden, na inschakelen van Ug kan de Ua/Ia karakteristiek worden gemeten tussen 0 en 100 Volt
Voorbeeld: bij het bepalen van de emissie van een willekeurige buis wordt de gloeidraad aangesloten op Uf, na inschakelen van Ua (die in dit geval wordt ingesteld op 100 Volt en al vast is begrensd tot 150 mA) kan de emissie worden gemeten
Voorbeeld: bij het meten van de Ua/Is curve van een tetrode wordt de gloeidraad op Uf aangesloten, Ua op de anode, Us op het schermrooster en Ug op het stuurrooster. De Ua/Is curve kan nu volledig worden gemeten.Uitvoering: er hoeft slecht 1 stroommeting tegelijkertijd plaats te vinden, maak gebruik van 1 AD converter en schakel deze naar behoefte om. Voor "zelftest" doeleinden kan deze AD converter ook de opgewekte spanning of stroom van de gloeidraadvoeding meten.
Er zijn waarschijnlijk 4 DA converters nodig, voor elke voeding 1. De aangegeven vaste stroombegrenzingen kunnen hardwarematig worden gerealiseerd, de gloeidraadvoeding kan binnen de gegeven specs nog op een aantal verschillende manieren technisch worden ontworpen.
Regenereren: hiervoor is een "overclock" voor Ua en Uf handig, met de mogelijkheid om de anode- en gloeispanningen tot 150% op te kunnen voeren.
>Voor mij zijn deze buizen wel exoten. Ik ken ze uiteraard wel uit het hifi-circuit. Hoewel de AD1 ook voorkomt in oudere radio's, vraag ik me wel af in hoevere het zinvol is om daarvoor die buizen zo exact te willen meten. Graag wil ik dan ook de mening van de andere hierover horen.
>Otto